WARM WELKOM OP MIJN WEBLOG!

Wat leuk dat je de weg naar mijn weblog hebt gevonden! Op mijn weblog vind je de seizoentafel- en knuffelpopjes, de kabouters en de engelen die ik in mijn poppenatelier maak. Ook vind je hier een pagina 'Handwerken op de basisschool', waar leerkrachten een lesplan voor handwerken in groep 1 tot en met 8 kunnen vinden.

Let op: deze weblog werk ik niet meer bij!

UITVERKOOP: kijk snel op mijn pagina Te koop / for sale!

Patronen en beschrijvingen

(Helaas verkoop ik geen patronen en ik verstuur ook geen kopieën! Mijn patronen zijn alleen voor eigen gebruik en voor gebruik tijdens de workshops! Voor winkels die patronen verkopen, verwijs ik je graag naar mijn pagina met links.)

Op deze pagina vind je allerlei beschrijvingen waarmee je zelf snel aan de slag kunt!

Hoe maak ik een hoofdje?
Nodig:
- 10 cm buistricot van 1,5 cm breed
- wit/crème afbindgaren
- vulwol
- stukje poppentricot
- roze afbindgaren

De basisvorm van het hoofdje maken


Rijg het buistricot aan één kant dicht en hecht goed af.


Keer het buistricot.


Vul het ontstane kokertje met wol en druk deze goed aan met bijvoorbeeld een Chinees eetstokje. Zorg ervoor dat het een mooi rond bolletje wordt. Meet de omtrek van het bolletje van nek tot nek en rondom.


Als het bolletje de juiste maat en stevigheid heeft, bind je het met afbindgaren stevig af bij de nek. (Sla de draad om het nekje heen, haal twee keer door de lus en trek rustig stevig aan, sla de draad nogmaals om de nek en leg twee knoopjes.)


Draai het bolletje rond en kijk of je een mooie kant hebt voor een gezichtje. Hecht een draad afbindgaren aan aan de achterkant van het hoofdje.


Sla de draad nu twee keer om het hoofdje heen en trek hem stevig aan. Deze draad is de ooglijn: de ogen komen straks op deze lijn te liggen. Zorg ervoor dat de ooglijn ongeveer in het midden van het hoofdje komt. Als je de ooglijn lager plaatst, krijg je een kinderlijker uitstraling. Bind de draad af zoals bij het nekje.


Hecht de draad aan de achterkant goed af. Steek de draad door naar de voorkant van het hoofdje, net onder de ooglijn en maak daar met een paar steekjes een neusje. Voor een kabouter kun je er ook een houten kraaltje op naaien.
Steek weer door het hoofdje heen naar achteren en hecht daar goed af. Steek de draad weg door het hoofdje en knip kort af. De draad zal nu in het hoofdje verdwijnen en niet meer zichtbaar zijn.

Het hoofdje afwerken


Naai van het poppentricot een kokertje (draadrichting verticaal). Dit kan met de naaimachine en zelf vind ik dit prettiger en mooier. De breedte van het poppentricot moet altijd kleiner zijn dan de omvang van het hoofdje.




Keer het kokertje en schuif het om het hoofdje heen.




Rijg het kokertje aan de bovenkant en steek daarbij ook in het hoofdje.


Bind het nekje met roze afbindgaren strak af, sla de draad ook nu weer twee keer om het nekje heen. Zorg ervoor dat je zo min mogelijk rimpeltjes en kreukeltjes krijgt. Steek de draden weg door de nek naar beneden.

Let op: je kunt het hoofdje aan de bovenkant ook op deze manier dichtnaaien:










De ogen doorpitten


Bepaal de plaats van de ogen (prik daar eventueel twee blauwe kopspelden in). Steek met een poppennaald met afbindgaren van achteren naar voren door het hoofdje, naar de plek van een speld onder de ooglijn. Haal de speld weg en steek boven de ooglijn weer naar achteren. (Je kunt ook horizontaal werken: steek dan de naald iets naast de plek van de speld naar voren en iets ernaast aan de andere kant weer naar achteren.) Doe dit bij beide ogen.


Trek de draden iets aan en hecht ze stevig af.


Steek de draden weg in het hoofd.

Het gezichtje tekenen
Als het popje helemaal klaar is, kleur je de wangen met een bijenwaskrijtje. De ogen en mond teken je met een aquarelpotlood, dat je eerst natmaakt. Voor de mond volstaat een klein stipje. Je kunt bij grotere poppen ook een lachend mondje tekenen.



Haartjes maken
De haren kun je maken van (lont)wol of, zoals bij grotere poppen, van haartjeswol of garen. Neem een pluk wol en leg deze over het hoofd heen. Zet het met kleine steekjes op het hoofd vast. Je kunt er eventueel een knot of staarten in maken. De viltnaald is daarbij een handig hulpmiddel!

Hoe maak je een prachtige engel van wol?
Op de site van Rundum die Puppe vind je een hele goede beschrijving!

Hoe maak je een popje?
Op Natural Kids staat een fantastische beschrijving voor het maken van kleine popjes! En dit is deel twee!

Een andere manier van hoofdjes maken!
Dit madeliefje is een pakketje van De Witte Engel. Het patroon vind je hier!
Het hoofdje maak je hierbij op een heel andere manier dan bij de meeste andere pakketten. Ik vind het leuk jullie hieronder even te laten zien hoe!
Neem een lapje poppentricot van 10x10 cm en teken in het midden een rondje, dat net niet helemaal rond is. Rijg langs de randen van dit rondje, trek de draad stevig aan en vul de onstane holte stevig met wol.



Flink aanduwen met een Chinees eetstokje, voor mij onmisbaar! Daarna hecht je de draad stevig af.



Knip het restant tricot af. Dit komt straks aan de achterkant van het popje.



Bepaal de plaats van de ogen met twee spelden. Mooi in het midden geeft een kinderlijke uitstraling.



Pit de ogen door met blauw ogendraad of, in mijn geval, met blauw splijtgaren (3 draadjes). Uiteindelijk vond ik dit nog wat de licht, dus heb ik de oogjes later ook nog een beetje ingekleurd. Werk het popje verder af volgens het patroon:



Tip: naai eerst de haartjes op het hoofdje, zodat je de draad mooi op het achterhoofd weg kunt werken! (Dit staat nl. niet zo in het patroon.)







Een lentefee maken
Maak een poppenhoofdje van 12 cm met oog- en kinlijn. Laat het tricot onder het lijfje lang uitsteken, dit wordt straks het lijfje. Zoom twee stukjes zijde, van 45x45 cm en 38x38 cm. Vouw ieder lapje in vieren en knip een klein rond gaatje in het midden door het dichte hoekje af te knippen. Vouw de zijde weer open en leg de lappen op elkaar: de punten van het bovenste, kleinste lapje op het midden van de rechte kanten van het grootste lapje. Rijg de hals, steek het hoofd erdoor en trek de draad aan. Vul het lijfje met wol, stop op het laatst een knikker erin en naai de onderkant dicht. Nu blijft de fee mooi hangen. Maak haren en kleur het gezichtje in met potlood. Breng eventueel nog bloemetjes of andere versieringen aan. (Bron: 'De Seizoenentafel', M. van Leeuwen-Zier en J. Moeskops-Groenewoud)



Gehaakt kipje
Haak (met haaknaald nr. 3) 3 lossen tot een ring. Haak hierop 5 vasten. Haak nu in iedere vaste twee vasten en haak door tot er 20 vasten zijn. Haak dan in elke vaste 1 vaste (dus 1 keer de kring rond). Haak nu 2 vasten in elk van de volgende 4 vasten en 1 vaste in de vijfde vaste. Herhaal dit 3 keer (36 vasten). Haak hierop vasten tot een hoogte van 12 toeren gerekend vanuit het midden. Haak voor de hals over 12 vasten door in het rond, dat wil zeggen oversteken en niet omkeren. De hals wordt 5 toeren hoog. Haak hierna steeds 2 vasten samen tot er geen steek meer over is.
Vul de kip met wol en naai de rug dicht. Haak voor de vleugels 4 lossen en daarop 3 vasten. Nu niet keren maar verder haken langs de onderkant van het werk, 1 vaste in de begin-losse en drie vasten in de andere kant van de lossen. Haak vervolgens nog twee keer rond, meerder aan de korte kanten, zodat de vleugel plat blijft. Haak de tweede vleugel op dezelfde wijze. Zet beide vleugels met twee steekjes aan de voorkant vast aan de zijkanten van het lijf van de kip. Maak de ogen met knoopjessteken. Knip van het vilt een snavel, een kam en twee lellen en naai ze op de juiste plaats. (Bron: 'De Seizoenentafel', M. van Leeuwen-Zier en J. Moeskops-Groenewoud)



Gebreid kuikentje
Zet 20 steken op (breinaalden nr. 3) en brei recht. Brei na de derde toer telkens van elke toer de eerste twee steken samen. Doe dit tot er vier steken over zijn. Kant af en naai de schuine kanten op elkaar. Vul het kuiken met vulwol en naai de onderkant dicht (als je de onderkant open laat, kan er een eitje in ...). Het kuiken krijgt oogjes en een snavel van vilt. (Bron: 'De Seizoenentafel', M. van Leeuwen-Zier en J. Moeskops-Groenewoud)



Gehaakt wortelkindje
Haak 3 lossen, sluit tot een rondje en haak hierop 5 vasten. Haak de volgende toer 8 vasten en meerder zo bij elke toer 3 vasten tot een wortelvormig zakje van ca. 5 cm lang ontstaat. Haak dan in heen- en teruggaande toeren over tweederde van het aantal vasten, tot een lengte van in totaal 7 cm. Sluit tot een rondje, haak weer rond en minder snel alle steken tot het hoofdje gesloten is. Vul het wortelkindje op met wol. Dek de vulwol in de opening af met een lapje tricot. Naai met naaigaren de mohairwol in lussen om het gezicht. Maak telkens een steek in de gehaakte rand en in het tricotgezichtje.* Het lapje komt daarbij gelijk vast te zitten. Teken het gezichtje met potlood. (Bron: 'De Seizoenentafel', M. van Leeuwen-Zier en J. Moeskops-Groenewoud)


* Ik heb dit zelf anders gedaan. Ik heb een hoofdje van 5 cm gemaakt en dit in de opening geplaatst. De haartjes heb ik op het hoofdje geborduurd. Daarna heb ik het hoofdje rondom vastgezet in de opening. Het mutsje heb ik niet geminderd, maar recht gelaten en op elkaar genaaid, zodat een soort kaboutermutsje ontstaat.